eigen_frontfoto

VLIF-steun

VLIF-steun voor productieve investeringen

De Vlaams land- en tuinbouw kan van ondersteuning genieten via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Binnen het huidige Vlaamse GLB-plan vallen volgende onderdelen gelinkt aan pocketvergisting onder het luik ‘VLIF-steun voor productieve investeringen’:
-    Dichte/volle vloer
-    Matten om roostervloer om te vormen tot een dichte/volle vloer
-    Vaste mestschuif
-    Mestmixer
-    Mestpomp
-    Opslag digestaat en tussenopslag in verschillende uitvoeringen
-    Mestrobot
-    Reactor vergister

De volledige VLIF-Codelijst vindt u hier.

Algemeen zijn de toegangsvoorwaarden gelinkt aan dergelijke VLIF-steun sterk veranderd en vereenvoudigd ten opzichte van de vorige GLB-periode. Belangrijk is dat het landbouwbedrijf dient te voldoen aan de definitie van actieve landbouwer en aan de standaardverdiencapaciteit van ten minste €20.000. Ook een groep van landbouwers, gedefinieerd als rechtspersoon, kan een steunaanvraag indienen. Waar vroeger werd gewerkt met een maximaal investeringsbedrag, geldt nu een maximaal steunbedrag van €300.000* over de ganse GLB-periode

De mate aan steun is afhankelijk van de duurzaamheid van de investeringen. Zo kan voor de onderdelen gelinkt aan pocketvergisting tot 40% steun verkregen worden op de vastgelegde eenheidskost van de investeringen. Het eerdere onderscheid in steunpercentage tussen nieuwbouw en renovatieprojecten vervalt. Het steunpercentage kan nog toenemen (met bv. 10%) indien een jonge landbouwer de steun aanvraagt.

Nieuw is de invoering van claims. Er kan bijvoorbeeld een 5% steunverhoging bekomen worden bij een combinatie van investeringen. Specifiek voor pocketvergisting betreft het hier dan een combinatie van een investering in een reactor en in minstens één ander onderdeel zoals een digestaatopslag, tussenopslag, mestpomp of mestmixer. Deze claims worden niet automatisch toegekend. Aanvraag ervan is dus noodzakelijk.

Verder wordt er ook budget voorzien voor specifieke ammoniakreducerende investeringen. Het steunpercentage kan daar oplopen tot 80%.

Meer info vindt u hier: VLIF-steun voor productieve investeringen

 

*Contextverhogingen van 5 tot 10% en steun gelinkt aan ammoniakreducerende investeringen worden hier niet bijgerekend.

 

Vervangingsinvesteringen

Voor onroerende investeringen, zoals bijvoorbeeld voor bepaalde randinfrastructuur van boerderijschaalvergisters, geldt dat deze vervangen kunnen worden met ondersteuning via het VLIF wanneer de vervangingsinvestering gebeurt minstens 10 jaar na factuurdatum van de oorspronkelijke investering. Deze voorwaarde staat los van het feit of er voor de initiële investering VLIF-steun werd ontvangen. Wel moet uiteraard voldaan zijn aan de VLIF-voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen.

 

VLIF-steun voor innovatieve investeringen

In het verleden kwam er op het beleid inzake landbouwinnovatie de kritiek dat het VLIF er vooral is voor de land- en tuinbouwers die moderne technieken implementeren, en niet voor zij die zelf iets totaal nieuws bedachten. Wat nog niet bestaat, kan immers ook niet voorkomen op de VLIF-Codelijst. Als antwoord hierop werd de innovatiesteun voor pioniers geïntroduceerd. Intussen is dit uitgegroeid tot het luik 'VLIF-steun voor innovatieve investeringen'.

De toegangsvoorwaarden gelinkt aan de doelgroep binnen deze steuncategorie zijn gelijkaardig aan die voor aanvragen van VLIF-steun voor productieve investeringen. Het steunpercentage varieert van 50 tot 80% afhankelijk van het type kosten. 

Het moet gaan om een innovatieve primeur binnen een bepaalde deelsector, met voldoende potentieel om de landbouwsector op economisch, ecologisch en sociaal vlak te versterken. Ook onderzoeks-, studie- en begeleidingskosten kunnen deels mee gesubsidieerd worden.

Meer info vindt u hier: VLIF-steun voor innovatieve investeringen

 

Datum