De Belgische doelstellingen voor hernieuwbare energie
In 2008 werd het Europese klimaat- en energiepakket goedgekeurd, waarbij ambitieuze doelstellingen voor de Europese landen inzake hernieuwbare energieproductie en broeikasemissiereducties tegen 2020 werden vastgelegd. In het kielzog van deze doelstellingen werden er 5 wettelijke initiatieven opgestart of herzien, waarvan de richtlijn hernieuwbare energie invulling geeft aan de target voor hernieuwbare energieproductie (richtlijn 2009/28/EG).
De Belgische doelstelling met betrekking tot hernieuwbare energie bestaat erin om volgens richtlijn 2009/28/EC 13 % van het bruto finaal energiebruik in te vullen met hernieuwbare energiebronnen tegen 2020. Om deze federale doelstelling te halen, legt de Vlaamse Regering een beleidsdoelstelling van 10,5 % hernieuwbare energie tegen 2020 vast. Dit komt overeen met een absolute hoeveelheid hernieuwbare energie van 25.074 GWh. De doelstelling voor groene stroom werd vastgelegd op 11.577 GWh, voor groene warmte op 9.197 GWh en het overige aandeel is afkomstig van groen transport.
Naar aanleiding van het klimaatakkoord van Parijs, kondigde de Europese Unie een nieuw pakket van maatregelen aan om de klimaatambities van Europa te realiseren. Het Clean energy for all Europeans package bevat acht wetgevingsbesluiten die moeten leiden tot een duurzamer Europa. Elke lidstaat wordt verplicht een nationaal klimaat- en energieplan op te stellen voor de periode 2021 - 2030. In tegenstelling tot de doelstellingen van 2020 is er voor 2030 geen specifiek target voor de hernieuwbare energieproductie per lidstaat, enkel een vereiste reductie van de broeikasgasuitstoot per land. Belgie is verplicht om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met 35% in de non-ETS sectoren. Meer info over het Belgische klimaatbeleid is terug te vinden op klimaat.be.
Op basis van de maatregelen in het Vlaams klimaat- en energieplan, dat onderdeel is van het nationale plan, wil Vlaanderen tegen 2030 de broeikasgasemissies in de niet-ETS sectoren verminderen met 35% t.o.v. het niveau in 2015. Daarnaast moet het aandeel hernieuwbare energie stijgen, met een totale productie van 28.512 GWh in 2030 (tegenover 25.074 GWh in 2020). Voor biogas zijn er specifieke doelstellingen opgesteld voor de productie van hernieuwbare elektriciteit. Zo wordt de productie van groene stroom uit biogas geraamd op 1.044 GWh in 2030. Dit betekent een stijging van 317 GWh tegenover 2018. De meerwaarde van biogasinstallaties inzake bevoorradingszekerheid, nutriënten- en koolstofrecuperatie en circulaire economie wordt erkend. De ambitie is om de binnenlandse beschikbare biomassastromen te benutten, waarbij er wordt gerekend op een shift naar groene warmte. De Vlaamse regering wil immers versterkt inzetten op groene warmteproductie omdat het gebruik van warmtetechnologieën vaak kosten-efficiënter is dan groene stroom of transporttoepassingen. Deze shift naar groene warmte wordt verder in de hand gewerkt door het 'Warmteplan 2025'. Hierin worden 26 maatregelen geformuleerd die de omslag naar duurzaam verwarmen en het vergroenen van energiedragers faciliteert. Het Warmteplan 2025 legt ook de visie en ondersteuning voor biogas en biomethaan vast voor de komende jaren.
Energiedecreet en Energiebesluit
De productie van biogas wordt in Vlaanderen ondersteund via de toekenning van steun onder de vorm van groene stroom- en warmte-krachtcertificaten of investeringssteun. Deze maatregelen zijn opgenomen in het Energiedecreet en Energiebesluit. Wat voordien door enkele tientallen teksten werd gereguleerd is sinds 8 januari 2009 overkoepelend samengebracht in het Energiedecreet. Het Energiedecreet heeft tot doel de werking van de Vlaamse elektriciteits- en gasmarkt en de continuïteit van de energievoorziening in het Vlaamse gewest te waarborgen. Daarnaast stimuleert het energiedecreet de energie-efficiëntie, energiebesparing en de ontwikkeling van nieuwe en duurzame energie.
De uitvoering van de wetgeving beschreven in het Energiedecreet, is samengebracht in het Energiebesluit van 19 november 2010. Hierin wordt onder andere vastgelegd dat de VREG instaat voor de toekenning van groene stroom- en warmte-krachtcertificaten. De aanvraag van de certificaten verloopt via het VEA. Meer informatie over de steunregeling via certificaten kan u terugvinden op de pagina groene stroom en warmte-krachtcertificaten.