eigen_frontfoto

Kleinschalige vergisting

Bij kleinschalige vergisting of pocketvergisting wordt hernieuwbare energie geproduceerd door het vergisten van bedrijfseigen afvalstromen. Voornamelijk landbouwbedrijven met organische reststromen zoals mest, oogstresten en groenteafval passen deze techniek toe. Het geproduceerde biogas wordt verbrand in een WKK. De opgewekte elektriciteit is voor eigen gebruik en de warmte wordt bijvoorbeeld aangewend voor het op temperatuur houden van de reactor of voor het verwarmen van proceswater. Het geproduceerde biogas zou ook opgezuiverd kunnen worden tot biomethaan, waarna het als transportbrandstof kan dienen voor landbouwvoertuigen. Hoewel er geen wettelijke definitie is, wordt de bovengrens voor kleinschalige installaties gelegd op een elektrisch vermogen van 200 kW.

Er bestaan net als bij grootschalige vergisting verschillende types kleinschalige vergisting, afhankelijk van de gebruikte inputstromen. Bij droge reststromen wordt vaak gekozen voor een garagebox vergister. Dit is een batchsysteem waarbij het digestaat wordt gerecirculeerd en verspreid over de verse biomassa. Wanneer het vergistingsproces is afgelopen, wordt de installatie geledigd. Een deel van de biomassa blijft achter om als inoculum te dienen voor de volgende batch. Een ander type van droge vergisting is de propstroomvergister. De meest toegepaste techniek is echter een constant geroerde tank (CSTR: continuous stirred tank reactor), vanwege de eenvoudige techniek en het gebruik van vloeibare mest. Tijdens dit proces wordt er continu biomassa aangevoerd en vermengd met het aanwezige digestaat in de reactor. Het overtollige digestaat wordt afgepompt naar een opslagtank.

foto pocketvergisting
  links: garagebox vergister, rechts: CSTR (foto: Biolectric)

De milieuvoordelen van kleinschalige vergisting beperken zich niet enkel tot de productie van hernieuwbare energie. De reststromen van het bedrijf worden meteen afgevoerd naar de vergistingsinstallatie, waardoor de omgevingshinder beperkt blijft. Pocketvergisters zorgen ook voor een sterke daling in de uitstoot van broeikasgassen. Broeikasgassen die ontstaan bij de opslag van mest worden nu (grotendeels) opgevangen en gevaloriseerd in de bioreactor. 

In 2011 maakte pocketvergisting zijn intrede op Vlaams landbouwbedrijven. De installaties bevinden zich bijna uitsluitend op melkveebedrijven vanwege de goed vergistbare eigenschappen van runderdrijfmest. Ook in andere landbouwsectoren is er (veel) potentieel voor kleinschalige vergisting, maar blijkt de (vergistings)technische implementatie tot op heden complexer en/of het economisch plaatje onvoldoende sluitend. Dat het echter niet onmogelijk is, valt op te maken uit verschillende praktijkvoorbeelden.

Meer informatie:

 

 

Datum