Het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) stelde onlangs haar voortgangsrapport voor met daarin onder andere de resultaten van de VCM-enquete en een operationele stand van zaken inzake de mestverwerking in Vlaanderen (Kalenderjaar 2013). Een aantal concrete vaststellingen die we uit deze enquête en het rapport van VCM kunnen halen zijn de volgende:
• Er zijn 7 nieuwe mestverwerkingsinstallaties opgestart en 1 installatie is stopgezet.
• In totaal zijn er nu zo’n 129 Operationele mestverwerkingsinstallaties.
• Meest gebruikte technologie is “biologie” (83 installaties), daarna gevolgd door droging (17); totaalverwerking (13); biothermische droging (11); biologie + constructed wetlands (5); champignonsubstraatbereiding (3), en tot slot gebruikten nog (2) installaties bekalken.
Specifiek wat betreft totaalverwerking kunnen we vaststellen dat het vooral biogasinstallaties zijn die deze techniek gebruiken (10 van de 17 installaties):
• Bij 5 biogasinstallaties wordt de dunne fractie verder verwerkt in een biologie. De dikke fractie wordt on-site gedroogd (4) of bio-thermisch gedroogd (1).
• Bij 2 Biogasinstallaties droogt men de ongescheiden fractie digestaat integraal.
• Bij 3 biogasinstallaties tot slot, verwerkt men de dunne fractie met dunne filtratie (2) en dunne indamping en ammoniakstripping (1)
Indien u verder info hieromtrent wenst kunt u altijd het volledige rapport raadplegen of u kunt altijd het VCM contacteren via info@vcm-mestverwerking.be