eigen_frontfoto

Innovatieve biomethaantechnologieën op kleinere schaal: een haalbare case?

De NZIA ondersteunt innovatie via regulatory sandboxes die toelaten om netto-nul technologieën te testen in een gecontroleerde omgeving voordat deze op de markt gebracht worden. Dit instrument verbetert het leerproces op vlak van regelgeving en mogelijke opschaling, en sluit naadloos aan bij de SEMPRE-BIO case studies die duurzame innovatieve biomethaantechnologieën onderzoeken. Eén van deze situeert zich op het melkveebedrijf De Zwanebloem in Adinkerke en beoogt de transformatie van organisch afval tot bio-LNG en vloeibaar CO2 op kleinere schaal. 

De voornaamste rol van bv De Zwanebloem is het aanleveren van biogas. Verder staat Cryo Inox in voor de implementatie en werking van de cryogene opwerkingsinstallatie. Universiteit Gent is de coördinator van de Vlaamse demosite en is verantwoordelijk voor het algemene beheer en monitoring. Hiervoor staan ze in nauw contact met Innolab en Biogas-E. Verder is de universiteit betrokken bij de valorisatie van bijproducten, zoals digestaat en CO2.

Verdiep je in de SEMPRE-BIO case study met Wannes Masscheleyn, gedelegeerd bestuurder bij BV De Zwanebloem en Çağrı Akyol, postdoctoraal projectmanager en onderzoeker aan Universiteit Gent.

Dag Wannes, kan je wat meer vertellen over jouw landbouwbedrijf in Adinkerke?  
Wannes: De Zwanebloem is een familiebedrijf in de melkveehouderij. Momenteel melken wij 900 koeien. Naast melk produceren deze ook zo’n 35.000 ton mest per jaar. Tot voor kort werd de mest op de eigen en naburige velden gebracht. Sinds een maand hebben we twee anaerobe vergisters, één mesofiele en één thermofiele, waarin we jaarlijks 25.000 ton mest en 5.000 ton co-substraten (bv. Corn Cob Mix) kunnen verwerken. Een WKK met een vermogen van 435 kWe valoriseert het geproduceerde biogas tot groene elektriciteit en warmte die we zelf kunnen gebruiken. Binnen het SEMPRE-BIO project zal het biogas tijdelijk worden ingezet voor de productie van bio-LNG en vloeibare CO2 via cryogene scheiding.

Waarom de keuze voor anaerobe vergisting?  
Wannes: We zijn verplicht om elk jaar 15.000 ton mest te verwerken. Toen we vernamen dat digestaat na thermofiele vergisting mogelijks naar Frankrijk kan getransporteerd worden, leek dit ons een goeie opportuniteit, gezien onze situering bij de grens. Bovendien kunnen we door anaerobe vergisting onze elektriciteitskost verminderen en certificaten verkrijgen, wat economisch voordeliger uitkomt dan mest af te voeren naar een biologische verwerking. 

Wat is er vernieuwend aan de technologie die onderzocht wordt binnen SEMPRE-BIO?  
Çağrı: Enerzijds is cryogene scheiding niet zo gebruikelijk voor biogasopwaardering. Anderzijds gebeurt biogasopwaardering vooral op grotere schaal in andere landen. Vernieuwend is dus de schaalverkleining van deze technologie.

Wat waren/zijn de knelpunten bij het plaatsen van de vergisters en opwerkingsinstallatie?  
Wannes: De grootste uitdaging is het verkrijgen van de vergunning, voornamelijk omwille van de stikstofproblematiek in Vlaanderen. Ook de veiligheidsaspecten gelinkt aan de bio-LNG productie maken dit niet evident. Op heden wordt de vergunningsaanvraag voor de opwerkingsinstallatie op punt gezet. De aanvraag voor digestaattransport naar Frankrijk is lopende.

Was dit in lijn met je verwachtingen en kunnen we hier iets uit leren voor de toekomst?  
Wannes: Voor aanvang van het project gingen we al eens in gesprek met de deputatie in Brugge. Ze waren eerder positief aangezien het aantal runderen onveranderd blijft in de vergunning en er dus geen effect is op de algemene stikstofuitstoot van het bedrijf. Een gewone melding zou initieel voldoende zijn, maar uiteindelijk bleek een vergunningsaanvraag toch nodig. Een frequentere toepassing van dergelijke of vergelijkbare technologieën zou het vergunningsproces vlotter kunnen laten verlopen, al zijn er uiteraard veel bedrijfsspecifieke randfactoren om rekening mee te houden.

Verder speelt de in de toekomst van toepassing zijnde regelgeving een grote rol. Alles op zijn beloop laten, kan resulteren in een natuurlijke daling van de veestapel, maar men moet beseffen dat er hierdoor geen instroom meer is van nieuwe landbouwers en dit mogelijks in de nabije toekomst kan leiden tot tekorten van onze basisproducten.

“De grootste uitdaging is het verkrijgen van een vergunning, voornamelijk omwille van de stikstofproblematiek in Vlaanderen.”

Kan NZIA een duwtje in de rug geven? 
Wannes: Het is positief dat er een Europese regelgeving is die de toepassing van innovatieve technologieën kan vereenvoudigen. De praktijk leert echter dat vertaling van Europese regelgeving naar lidstatenniveau vaak moeizaam verloopt en er te weinig uniformisering is. Eigenlijk is grensbeleid in het algemeen een knelpunt dat eerst moet worden aangepakt. Het grensbeleid tussen Vlaanderen en Wallonië alleen al is een hele uitdaging.

Çağrı: We zijn vaak nog erg afhankelijk van landen buiten Europa. Een groot deel van de apparatuur voor hernieuwbare energie, waaronder biogas en biomethaan, wordt geïmporteerd uit China. Dit kan verschillende nadelen hebben, waaronder problemen bij de productie, problemen met de kwaliteitscontrole of onverwachte kosten. Het positieve is dat lokale en regionale productie steeds meer wordt gestimuleerd, mede door de NZIA.

“We zijn vaak nog erg afhankelijk van landen buiten Europa.”

Wat met de toekomst op vlak van innovatieve biogas- en biomethaanproductietechnologieën? 
Çağrı: De belangstelling voor biogas, biomethaan en de bijhorende technologieën groeit. Biogas en biomethaan zijn zeer veelzijdig en kunnen flexibel ingezet worden. Een van de hoofdredenen voor de toenemende interesse is het conflict tussen Rusland en Oekraïne waaruit duidelijk naar voor kwam hoe afhankelijk Europa is van Russisch aardgas. Als deze trend zich verderzet, lijkt het biomethaantarget opgesteld door de EU in het REPowerEU-plan zeker haalbaar, mits ook de uitdagingen rond toepassing van digestaat(producten) worden aangepakt.

Wannes: Op heden rijden onze vrachtwagens voor melkophaling op LNG. In een ideaal circulair scenario zou het bio-LNG gebruikt kunnen worden in deze vrachtwagens en ook in onze tractoren. Toepassing van bio-LNG in zwaar transport is op heden nog zeer beperkt in Vlaanderen. Dit maakt het moeilijker om (als eerste) de stap te zetten.

Staan er nog andere innovaties op de planning? 
Wannes: Een volgende stap is een manier zoeken om de stikstof uit de lucht van de stallen te halen. Er zijn heel wat interessante innovaties, maar vaak zijn deze niet rendabel op kleinere schaal door de hoge kosten van de installaties. De Vlaamse overheid moet ons ook de nodige innovatieruimte geven. Op heden is dit een beperkende factor, ook bijvoorbeeld wat betreft het gebruik van een stikstofstripper en algen in veevoer.

“De Vlaamse overheid moet ons de nodige innovatieruimte geven.”

Ontdek ook de andere twee case studies uit Spanje en Frankrijk:

  • kleinschalige biogas-naar-biomethaaninstallatie, met combinatie van CO2-biomethanisatie en PEM-elektrolyse
  • kleinschalige (hout)afval-naar biomethaaninstallatie, met combinatie van pyrolyse en syngasbiomethanisatie, met opzuivering naar biomethaan

    Meer info op de SEMPRE-BIO projectwebsite.

Raadpleeg hier het volledige Bio-Energiemagazine.

Inhoud: © Biogas-E magazine  
Foto1: © Wannes Masscheleyn 
Foto2 & 3: © Biogas-E

Datum