eigen_frontfoto

Definitief OT-rapport voor nieuwe biogasprojecten vanaf 2024

Foto_OT

Het VEKA publiceerde recent het definitieve rapport dat de onrendabele toppen en bandingfactoren berekent voor nieuwe biogasprojecten met een startdatum vanaf 1 januari 2024. Deze twee begrippen staan centraal in de huidige ondersteuningsmechanismen voor hernieuwbare energiebronnen, en bepalen dus mee het aantal certificaten die een installatie krijgt voor de productie van groene energie (meer informatie).

De onrendabele toppen voor WKK’s op biogas dalen (sterk) t.o.v. het VEKA-rapport 2022. Enkel voor GFT-installaties blijft de bandingfactor afgetopt op 1, terwijl de waarde voor de andere projectcategorieën zakt onder die maximale bandingfactor. Meer specifiek bedraagt de bandingfactor 0,686 en 0,275 voor nieuwe agro-industriële WKKs op biogas met een vermogen t.e.m. 5 MWe en groter dan 5 MWe, respectievelijk. Voor ingrijpend gewijzigde agro-industriële WKKs op biogas is dit 0,634 en 0,236, respectievelijk.

De onrendabele top voor groene stroom uit biogas door agro-industriële installaties t.e.m. 5 MWe daalt in die mate dat de berekende bandingfactor (0,605) dit jaar lager ligt dan de maximaal opgelegde waarde voor installaties met dergelijke startdatum (0,64). De onrendabele top voor agro-industriële vergisters met een vermogen groter dan 5 MWe neemt toe t.o.v. vorig jaar, maar de berekende bandingfactor (0,575) blijft desalniettemin onder de maximale waarde. Deze uitzonderlijke stijging in onrendabele top kan gedeeltelijk toegeschreven worden aan de sterke daling in WKC’s. De bandingfactor gelinkt aan de GFT-vergisters blijft hoger dan de maximale waarde en wordt afgetopt op 0,64.

De belangrijkste invloedfactoren veranderden als volgt:

  • De meeste onrendabele toppen dalen voornamelijk door de hogere (bijna verdubbelde) opbrengsten bij verkoop van elektriciteit. Ook de vermeden aardgasprijs, en dus de opbrengst voor warmte, neemt verder toe. De kost voor elektriciteit bij zelfafname neemt daarentegen af.

  • De investeringskost en operationele kosten nemen voor de groenestroominstallaties bescheiden toe. Voor ingrijpende wijziging aan de WKK op biogas is een beduidende toename in investeringskost merkbaar (26-54%), terwijl deze voor nieuwe installaties beperkt blijft (6-10%). De operationele kosten voor WKK’s op biogas nemen fors toe t.o.v. vorig jaar.

  • De prijs van de ingaande stoffen voor agro-industriële vergisters werd bepaald op basis van een gewogen gemiddelde en gegevens van 2017 – 2022. Deze zakt voor vergisters t.e.m. 5 MWe verder van 11,0 €/ton naar 10,2 €/ton. Voor de vergisters groter dan 5 MWe zakt deze van 11,1 €/ton naar 10,6 €/ton.

Biogas-E leverde tijdens de periode van stakeholderoverleg opmerkingen aan rond de voorgestelde waarden. De antwoorden van het VEKA op die opmerkingen kunnen in bijlage geraadpleegd worden.    

 

Foto: © Pixabay
 

Datum publicatie