eigen_frontfoto

Vlaamse Regering creëert opening voor flexibele energieproductie op biogasinstallaties

flexibiliteit

Op 14 juli 2017 werd het ontwerp van het decreet tot wijziging van het energiedecreet goedgekeurd. De voornaamste wijzigingen betreffen de organisatie van de uitrol en het beheer van digitale meters in Vlaanderen en de daaruit vloeiende data. Daarnaast bevat het ontwerpdecreet twee aanpassingen met betrekking tot de ondersteuning van hernieuwbare energietechnologieën via groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten. Enerzijds wordt de steun via certificaten niet langer beperkt tot de vastgelegde afschrijfperiode. Anderzijds introduceert de Vlaamse regering de mogelijkheid om geen steun toe te kennen tijdens periodes met negatieve energieprijzen. Biogas-E verwacht dat voornamelijk deze laatste twee wijzigingen hun impact zullen hebben op de biogassector. De datum van inwerkingtreding van dit decreet is nog niet bekend.

Steun voor biogasinstallaties wordt niet langer beperkt tot de vastgelegde afschrijfperiode

In het huidige energiedecreet is vastgelegd dat installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2013 enkel groenestroomcertificaten krijgen gedurende de afschrijfperiode die in de berekeningsmethodiek van de onrendabele top voor die hernieuwbare energietechnologie wordt gehanteerd. Voor biogasinstallaties bedraagt deze afschrijfperiode 10 jaar. Volgens deze situatie zal een installatie zijn productie en steun maximaliseren tijdens deze afschrijfperiode, ook in periodes van netcongestie of bij lage en negatieve energieprijzen.

In het ontwerpdecreet wordt een nieuwe paragraaf opgenomen die de Vlaamse Regering toelaat de toekenning van groenestroomcertificaten te beperken op basis van het aantal vollasturen of op basis van een maximaal aantal groenestroomcertificaten per installatie. Hierdoor moeten de groenestroomcertificaten niet meer per se gedurende de afschrijfperiode worden toegekend. Deze maatregel geldt voor installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2013.

Wanneer steun kan worden toegekend op basis van het aantal vollasturen en bij onbeperkte steunduur, moet een installatie niet langer maximaal produceren gedurende de afschrijfperiode om maximale steun te ontvangen. De installatie kan met andere woorden geregeld worden om zich optimaal te schakelen in de elektriciteitsmarkt. Deze maatregel wordt ingevoerd met oog op biogasinstallaties, gezien de productie van energie uit biogas niet afhankelijk is van fluctuerende energiebronnen zoals wind en zon. De Vlaamse Regering hoopt dat biogasinstallaties hun rendabiliteit kunnen verhogen door hun installatie flexibel in te zetten op de energiemarkt en zo de steun verlaagd kan worden. Voor wind en zon zijn andere maatregelen voorzien om deze tijdig uit te schakelen bij netcongestie.

Biogas-E ziet deze wijziging als een belangrijke stap richting flexibele energieproductie op biogasinstallaties en tevens als een positief signaal van de Vlaamse Regering met betrekking het geloof in het potentieel van de biogassector om flexibel te produceren. Binnen het project TransBio van Biogas-E werd een doorrekening uitgevoerd omtrent het behalen van de maximale rendabiliteit uit flexibele energieproductie bij biogasinstallaties. Ook hier kwam de toekenning van een maximaal aantal groenestroomcertificaten per installaties naar voor als de best mogelijke optie voor het stimuleren van flexibele energieproductie op biogasinstallaties. Biogas-E hoopt dan ook van harte dat deze maatregel correct wordt vertaald in het Energiebesluit.

Geen steun tijdens periodes met negatieve energieprijzen

De Vlaamse Regering wil steun bij negatieve energieprijzen vermijden. Dit geldt zowel voor groenestroomcertificaten als voor warmtekrachtcertificaten en zowel voor installaties met startdatum voor 1 januari 2013 als erna. De regering geeft aan dat op korte termijn een regeling zal worden uitgewerkt en geïmplementeerd die dit mogelijk maakt. Zo kan bijvoorbeeld worden vastgelegd dat voor de productie of injectie van stroom waarbij gedurende minimum 6 opeenvolgende uren de spot- of onevenwichtsprijzen negatief waren, geen steun zal worden verleend. In de huidige verwoording wordt de tienjarige steunperiode echter niet verlengd met de periode dat er geen certificaten werden toegekend omwille van negatieve prijzen.

Uitrol digitale meters

De introductie van de digitale meter betekent op termijn het einde van de terugdraaiende teller voor kleinschalige vergistingsinstallaties. Het recht op compensatie wordt in dit ontwerpdecreet vastgelegd op 15 jaar voor bestaande installaties en nieuwe installaties met een startdatum tot 31 december 2020. Indien er meer elektriciteit wordt geïnjecteerd dan afgenomen, kan het overblijvende deel van de injectie voor deze installatie gedurende 15 jaar niet gevaloriseerd worden. Voor nieuwe installatie vanaf 1 januari 2021, wordt een alternatief systeem ontwikkeld om investeringen in kleinschalige vergisting rendabel te houden. Installaties in het oude systeem zullen er ten allen tijde voor kunnen kiezen over te stappen in het systeem dat geldig is voor installaties geïnstalleerd vanaf 1 januari 2021. De uitwerking van dit systeem is de verantwoordelijkheid van bevoegd minister, momenteel Bart Tommelein.

Hier kan u het ontwerpdecreet lezen en hier de memorie van toelichting.

Datum publicatie